dinsdag 9 juni 2015

Reactionair of revolutionair? (mijn mening)

Calvijn was van mening dat de katholieke Kerk ver verwijderd was van het geloof. Het onderwijs van de Heilige Schrift was dat ook met de leer van het vagevuur, het bidden tot Maria en heiligen, het celibaat en dan vooral de leer over het wezen van het heilig avondmaal.
Hij vond het dan ook nodig om te breken met dit verleden. Ik ben dus van mening dat Calvijn een revolutionair was. Hiervoor zal ik in deze blogpost enkele argumenten geven.

Slavernij
Het Jobeljaar is elk zevende jaar. Volgens de Bijbel mogen mensen het hele Jobeljaar niet werken en moeten ze in dat jaar hun slaven vrijlaten.[1]
Calvijn was dan ook uitgesproken tegen de slavernij. Hij vond de slavernij onmenselijk en dat dit tegen de door God gegeven vrijheid ingaat. Calvijn was van mening dat dit kort na de zondvloed gebeurd is door de verdorvenheid van de mens. De orde van de schepping is hierdoor bedorven, omdat de mensen als gelijken geschapen zijn.[2]
Dit vind hij ook terug in de Bijbel. Zo mochten er in Israël geen slaven zijn en als er toch mensen in de slavernij beland waren, moesten ze aan het einde van de zeven jaar vrijgelaten worden. Dit schrijft hij in zijn commentaar op Deuteronomium. Calvijn vond dat deze wet doelde op de uiteindelijke bevrijding van de mens.[3]
Alleen de slavernij afschaffen, zoals de puriteinse pioniers deden in Amerika, is niet genoeg. Een slaaf zal er voor kiezen om bij zijn meester te blijven als hij zonder kansen op straat wordt gezet. Liefde voor de medemens houdt hierbij in dat een slaaf ook voedsel, kleding en onderdak moet krijgen. Alleen dan kan hij werkelijk vrij zijn.[4]
Een calvinist die zich hieraan hield was Michiel de Ruyter, die zo’n 2500 slaven heeft bevrijd. Zij kregen voedsel, kleding en onderdak van hem.[5]
Dit idee is revolutionair, omdat nog niet eerder mensen op deze manier tegen de slavernij waren geweest. Calvijn zag als eerste in dat de slavernij onmenselijk was en dat enkel de slavernij afschaffen niet voldoende zou zijn.

Kerk en staat

Een ander revolutionair idee van Calvijn was de scheiding tussen Kerk en staat.
De kerkelijke macht had altijd een grote rol gespeeld in het besturen van een staat. Calvijn was hierop tegen en wilde dit veranderen. Er moest een duidelijke scheiding komen tussen Kerk en staat. Zijn doel hiermee was om de eigensoortigheid van de kerkelijke macht te bewaren. Hier tot behoorde naar zijn mening vooral het recht tot excommunicatie.

Reformatie

Zoals ik al heb gezegd zijn er ook argumenten te geven voor het standpunt dat Calvijn een reactionair was.
Calvijn heeft zich bij de reformatie aangesloten (dit werd in zijn tijd ook al de reformatie genoemd). Het woord zegt al dat Calvijn een reactionair zou zijn: reformatie betekent het streven naar het teruggaan naar de beginselen.[6] De reformatie is een hervorming die als doel heeft dat iets wordt zoals het was.[7]

Tegenstellingen

In dit werkstuk heeft u al gelezen dat Calvijn het niet eens was met de gebruiken van de katholieke Kerk (de eucharistie, het aanroepen van de Maagd Maria en van heiligen, het vagevuur, het vormsel, het celibaat van de geestelijken enz.).
Aan de ene kant kun je zeggen dat Calvijn wilde breken met dit verleden[8], wat hem revolutionair zou maken.
Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat Calvijn terug wilde naar de originele christelijke Kerk.
Het begin van het christendom ligt in de prediking van Jezus en de nederdaling van de Heilige Geest. [9]
De oorsprong van de christelijke Kerk is wanneer de apostelen het evangelie gaan verspreiden. De discipelen van Jezus begonnen met het vormen van de eerste kerkgemeenschappen.[10] Hier is nog geen sprake van de gebruiken waar Calvijn tegen was. Er was nog geen paus, het vagevuur was nog niet bedacht en het vormsel werd ook nog niet uitgevoerd.
Er zijn dus argumenten te geven voor beide kanten van deze kwestie.

Toch voegde Calvijn nog belangrijke zaken toe aan de originele Kerk, zoals het ideaal van de soberheid, de leer van de dubbele predestinatie en de drie sola’s.
Om deze reden vind ik dat Calvijn een revolutionair was.


[1] (Mozes, 1982)
[2] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[3] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[4] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[5] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[6] (Boer, 1999)
[7] (de reformatie zelfst.naamw. (v.))
[8] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[9] (Geschiedenis van het christendom: Het vroege christendom (tot ca. 300), 2015)
[10] (Geschiedenis van het christendom: Het vroege christendom (tot ca. 300), 2015)

Calvijns invloed in de Nederlanden

In deze blogpost zal ik de invloed beschrijven die Calvijn had in de Nederlanden. Zelf is hij nooit in de Nederlanden geweest, maar zijn invloed merken wij nog steeds.

De Zeven Verenigde Nederlanden werd communistisch tijdens de onderdrukking door Spanje. Zij sloten zich aaneen in de Unie van Utrecht.
De Nederlanders hebben ervoor gekozen om zich aan te sluiten bij het Calvinisme omdat zij niet meer onderdrukt wilden worden door de Spaanse koning, die wilde dat iedereen katholiek zou zijn.
Vanuit Geneve verspreidde Calvijn zijn werken in de Nederlanden.[1] Nederland wordt nog steeds gezien als een calvinistisch land met calvinistische waarden en normen.[2]

Een ander idee die veel teweeg heeft gebracht is Calvijns gedachtegoed betreffende het kapitalisme. Hier wordt gezegd dat Calvijn het kapitalisme bevordert heeft en dat zijn ideeën verband houden met de opkomst van de moderne markteconomie. Dit zou onder andere komen doordat Calvijn het nemen van rente legitiem achtte. Socioloog Weber stelt dat de herkomst van de geest van het kapitalisme onder andere voortkomt uit de door Calvijn geïnspireerde waarden: spaarzaamheid en vlijt.
Calvijn was ook van mening dat je geen rente mocht vragen aan een arme en dat de rijken hier sober mee om moesten gaan.[3]

‘De invloed van Calvijn wordt steeds minder’ stelt Trouw echter in 2009. Sober leven en hard werken komen in steeds mindere mate voor als kenmerkende eigenschappen van protestanten. Zij roken en drinken weliswaar minder dan katholieken, maar het kerkbezoek gaat ook onder protestanten achteruit.
Ook de opvatting van Max Weber over de invloed van Calvijn op het kapitalisme klinkt niet meer door. Protestanten gaan door hun betere opleidingen steeds meer verdienen.
Wel werken protestantse vrouwen minder dan katholieke- en niet-gelovige vrouwen. Ook doen protestanten vaak meer vrijwilligerswerk. Dit komt vooral voor onder de kerkgangers, omdat de kerk vaak vrijwilligerswerk organiseert.[4]



[1] (De invloed van de werken van Calvijn op Nederland, 2012)
[2] (Armstrong, 2013)
[3] (Johannes Calvijn, 2015)
[4] (Invloed van Calvijn wordt steeds minder, 2009)

Waarin verschilden Calvijns standpunten en ideeën met die van Luther?

Maarten Luther werd in Eisleben geboren op 10 november 1483. Daar stierf hij ook op 18 februari 1546. Hij was één van de grootste reformatoren.[1] Ook al in hun tijd werden Luther en Calvijn gezien als de eerste en tweede man van de reformatie.[2]
Hun theologie kwam op veel punten overeen. Calvijn heeft zelfs inspiratie geput uit de ideeën van Luther.
Ondanks het feit dat ze elkaar nooit ontmoet hebben, hebben ze via via wel aan elkaar laten weten hoe ze over elkaar dachten. Ze stonden beiden sympathiek en met groot respect tegenover elkaar.[3]
In deze blogpost zal ik de verschillen tussen de standpunten van Calvijn en Luther uitleggen.

(dubbele) predestinatie

Luther en Calvijn leerden aanvankelijk de dubbele predestinatie. Dit begrip houdt in dat God voor de geboorte bepaalt wie gelovig wordt en zalig wordt, maar ook wie niet.
In de jaren 1520 deed Luther dit in zijn bestrijding van de leer van de vrije wil. Later kwam hij hier echter nauwelijks op terug. Door de invloed van zijn leerling Philipp Melanchthon is dit dogma verdwenen uit de lutherse theologie.[4]
In plaats daarvan koos Luther voor de predestinatieleer. Deze houdt in dat God het lot van mensen voorbeschikt. Hierin verwerpt Hij echter geen mensen. Daarnaast leert de predestinatieleer over Gods schepping en het onderhoudt van Zijn schepping door Hem. Bij het lot van de mensen hoort de voorbeschikking, die ook terugkomt in de dubbele predestinatie, maar dit is niet het enige wat er gezegd wordt over het lot van de mensen.[5]
Het verschil ligt in het deel van het boek ‘Romeinen’ in de Bijbel waarop zij de nadruk leggen.
Luther legt de nadruk op Romeinen 1,16 en Calvijn op Romeinen 8.[6] [7]


Opstand vorst

Een belangrijk verschil tussen Calvijn en Luther is ook het idee dat je tegen de vorst in opstand mag komen.
Calvijn zegt al in de eerste versie van zijn Institutio dat je niet tegen je vorst in opstand mag komen, omdat dit door God is ingesteld. Als je in opstand komt tegen je vorst sta je God in de weg om in te grijpen.
Wel geloven Luther en Calvijn beide dat God de zogenaamde ‘viri heroici’ heeft verwekt, die de roeping hebben om tot verzet te komen.
Het verschil tussen Calvijn en Luther in deze kwestie is echter dat Calvijn zijn hoop vestigt op hoge standen binnen het koninkrijk. Zij hebben volgens Calvijn de plicht om het misbruik van de macht van de heerser te weren.
Tegelijk preekt Calvijn in de jaren tussen 1550 en 1562 voor de plicht van alle christenen om ongehoorzaam te zijn aan een vorst die regeert volgens goddeloze wetten. [8]
Calvijn zegt ook dat hij het niet eens is met de uitspraak: ‘cuius regio eius religio’ (in wiens gebied diens godsdienst).
Luther gelooft zoals eerder genoemd wel in de viri heroici, maar gaaat niet verder dan dat.
God heeft namelijk ingesteld dat je gehoorzaam moet zijn aan je vorst en niet tegen hem in opstand mag komen.[9]

Avondmaal

Rooms-katholieken geloven dat ze letterlijk het lichaam van Christus eten wanneer zij het brood eten tijdens de eucharistie. Calvijn en Luther verwierpen beiden dit idee, maar zij verschilden wel met elkaar betreffende Christus’ aanwezigheid tijdens het Heilig Avondmaal.
Luther was van mening dat Jezus wel aanwezig is tijdens de viering van het Heilig Avondmaal. Calvijn was het hier niet mee eens en zei dat het avondmaal enkel een herdenkenis van Jezus is. Hij is hier zelf niet bij aanwezig.
In zijn laatste versie van de Institutio schrijft Calvijn echter wel dat je tijdens het avondmaal deelt van de substantie van Christus.[10]



[1] (Hillerbrand, 2014)
[2] (Armstrong, 2013)
[3] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[4] (Predestinatie, 2015)
[5] (Predestinatie, 2015)
[6] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[7] Zie bijlage voor de volledige tekst
[8] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[9] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[10] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)

Waarin verschilden Calvijns ideeën van die van Erasmus?

In deze blogpost zal ik de verschillen uitleggen in de denkbeelden van Erasmus en Calvijn.
Erasmus werd op 27 oktober 1469 geboren in Rotterdam. Hij stierf in Bazel op 12 juli 1536  Hij was een humanist en de grootste geleerde van de noordelijke Renaissance. Hij was de eerste redacteur van de het Nieuwe Testament en een belangrijk figuur in de patristiek en de klassieke literatuur.[1]
Erasmus streef naar een middenweg. Ondanks het feit dat hij sympathiek stond tegenover Luther en zelf ook kritiek had op de katholieke Kerk, bleef hij toch katholiek. Zijn ideaal was eenheid binnen de gehele christelijke gemeenschap.[2]

Toch verweten tegenstanders van de reformatie Erasmus dat hij het begin heeft gemaakt tot de reformatie. Hij zou de keuze voor Luther om zijn 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg te zetten, veroorzaakt hebben.[3]

In Erasmus’ ‘De libero arbitrio diatribe sive collatio’ (collatie over de vrije wil) stond hij kritisch tegenover de leer van Luther over de verlossing van de mens. Luthers leer omtrent dit onderwerp is te vergelijken met de die van Calvijn. Erasmus was van mening dat deze leer de rol van de vrije wil van de mens onderschat tegenover de rol van de goddelijke genade.
Zowel reformatoren als rooms-katholieken bleven kritiek op Erasmus houden.

Erasmus pleitte vooral voor wederzijdse tolerantie tussen de vele ideeën en opvattingen.[4]
Calvijn was net zoals Erasmus tegen het verbranden op de brandstapel van ketters (wat te merken was in de zaak tegen de ketter Servet die verbrand werd. Calvijn vond dit toen een te zware straf.), maar hij sloot zich wel aan bij de reformatie. In zijn ‘Traktaat over de relikwieën’ distantieerde hij zich duidelijk van de roomsgetrouwen, wat aanduidt dat hij de eenheid minder belangrijk vond dan Erasmus.

Echter, als Erasmus spreekt over tolerantie doelt hij op de vrijheid van ideeën en wetenschap. Hij heeft het dus niet zozeer over de vrijheid voor het individu. Voor Joden wijst Erasmus deze vrijheid zelfs af.[5]

Het grootste verschil was dus het idee van de eenheid en naastenliefde. Erasmus wilde de eenheid binnen de Kerk bewaren en vond dat reformatoren zoals Luther en Calvijn te hard van stapel liepen. Ook wees Erasmus het idee van (dubbele) predestinatie, (dus het idee van voorbeschikking) af.[6] Erasmus doel was de Kerk te hervormen, maar de eenheid te bewaren. Er zou in zijn ideale wereld één katholieke, hervormde kerk bestaan.[7]
Waarin verschilden zijn ideeën van die van Luther?



[1] (Tracy, 2015)
[2] (Tracy, 2015)
[3] (Desiderius Erasmus, 2015)
[4] (Desiderius Erasmus, 2015)
[5] (Desiderius Erasmus, 2015)
[6] (Desiderius Erasmus, 2015)
[7] (Panhuysen, 2007)

Calvijns ideeën

In deze blogpost zal ik enkele van Calvijns ideeën en standpunten beschrijven, namelijk zijn ideeën over: de speculatieve theologie; het gebed; het avondmaal; de vrouw; de drie sola’s en dubbele predestinatie.

Speculatieve theologie

Calvijn stond kritisch tegenover de speculatieve theologie, het meer willen weten dan God in de Schrift geopenbaard heeft. Calvijn waarschuwt voor tegen deze nieuwsgierigheid.
Waar hij zich mee bezig wil houden is niet de vraag wat God is, maar hoe God tegenover ons staat. Hij geeft als reden dat hij zich niet bezig wil houden met een God die niets met ons van doen heeft.

In zijn verkiezingsleer benadrukt Calvijn dat je in een labyrint belandt waar je niet uit kan komen als je de redenen achter Gods handelen zoekt. God heeft een vrije wil. Hij hoeft zich aan geen enkele wet te houden, omdat Gods wil de belangrijkste wet is.

Dit betekent ook dat Calvijn niet in discussie wil gaan over de late verschijning van Christus. Je kan niet weten waarom God ervoor heeft gekozen om Zijn zoon pas op dat moment naar de mensen te sturen en je moet er ook niet over speculeren, omdat God het niet heeft geopenbaard in de Schrift.
Ook wil Calvijn geen speculaties horen over waarom de verzoening juist nodig is door Christus. God heeft daar in zijn vrije wil voor gekozen.[1]

Het gebed

Calvijn zegt over het gebed dat het een vertrouwelijk gesprek met God is. Wel waarschuwt hij dat dit gesprek eerbiedwaardig en bescheiden moet zijn. We moeten niet onze wensen (votis) overdrijven en meer verwachten dan God ons toestaat. Calvijn is van mening dat in het gebed onze harten en zielen moeten worden uitgestort voor God.

De vraag die Calvijn dan kreeg is: waarom zouden wij bidden als God onze noden toch al kent? Calvijn zegt dat God het gebed niet zozeer voor zichzelf, maar voor ons heeft bevolen.[2]
Het avondmaal

Calvijn schrijft in zijn ‘Korte verhandelingen over het heilig avondmaal van onze Heer Jezus Christus’ dat wij ‘deelgenoot worden van het eigen wezen van het lichaam en het bloed des Heren’[3] bij de toediening van het sacrament. Hoe dit precies gebeurt kan hij niet precies omschrijven. Wel weet hij dat dit te maken heeft met de bovennatuurlijke kracht van God, die werkt wanneer ‘wij onze harten opwaarts in de hemel verheffen’[4]. De Heilige Geest is de band van deze gemeenschap.
Wel gelooft Calvijn (net als Luther) er niet in dat de hostie verandert in het lichaam van Christus en het wijn in Zijn bloed. Het blijft brood en wat over is mag weggegooid worden. Dit is tegenstellig aan de ideeën omtrent de eucharistie in de Rooms-katholieke Kerk.[5]

De vrouw

Calvijn heeft nooit een studie gericht aan de plaats van de vrouw, maar zijn visie is te achterhalen uit stukken uit de Institutio, commentaren, preken en brieven.
Het belangrijkste begrip is ‘ondergeschiktheid’. Vrouwen zijn aan mannen onderworpen, zowel binnen als buiten het huwelijk. Dit heeft God in de schepping al gezegd. De man is eerder geschapen en de vrouw is een hulp voor hem. Dit schreef hij in zijn commentaar op Genesis 2.
Toch is er in die tekst nog geen sprake van onderworpenheid, al spreekt Calvijn daar wel over. Het Hebreeuwse woord voor ‘hulp’ heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de betekenis van het woord in het Nederlands, niet het aspect van ondergeschiktheid in zich, maar duidt op gelijkwaardigheid.[6] Hieruit is op te merken dat Calvijn vanuit Paulus’ standpunt Genesis 2 heeft gelezen.
Wel staat duidelijk in de Schrift dat de man over de vrouw heerst na de zondeval. Dit heeft Calvijn als een bevestiging van zijn standpunt gezien.
Vrouwen mogen naar zijn idee geen openbare functies bekleden, ook niet binnen de Kerk. Een vrouw mag in een kerkvergadering niet spreken.
Toch klopt dit niet altijd in de Bijbel, kijk maar naar Priscilla, Febe en Deborah. Calvijn vindt dat God gebruik kan maken van vrouwen in noodsituaties, om mannen te straffen of binnen de huiselijke sfeer. Dit zijn echter uitzonderingen.
In zijn Commentaar op 1 Timotheüs 2,11 zegt Calvijn: ‘Gods orde wordt niet verstoord door de werken die Hij zelf buiten die orde om doet.
Ook vindt Calvijn dat een vrouw geen les mag geven want: ‘Als zij leert, dan staat zij boven alle vrouwen.’ (Commentaar op 1 Korinte 14,34) Er zijn geen uitspraken van Calvijn gevonden die voor vrouwen in het ambt zijn.
Wel legt hij niet alleen de nadruk op de ondergeschiktheid van vrouwen. Tegenover God zijn man en vrouw naar zijn idee gelijk. Man en vrouw zijn allebei naar het beeld van God geschapen en beide delen ze in Zijn genade en in Christus’ heil.
Man en vrouw zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij kunnen niet zonder elkaar en moeten ‘een band van onderlinge hulp en vriendschap behouden’. (Commentaar op 1 Korinte 11,11)
Dit geldt vooral in het huwelijk, waarin man en vrouw gelijke rechten en plichten hebben. Ook geldt dit op seksueel gebied. Een man en een vrouw mogen scheiden als één van de twee overspel heeft gepleegd.[7]

Sola’s

Calvijn heeft het over drie sola’s: sola fide, sola gratia en sola scriptura.

Sola fide:
Sola fide is Latijn voor ‘alleen door geloof’. Calvijn was van mening dat je alleen door je geloof zondeloos werd voor God. Dit begrip komt uit de belangrijkste doctrine van Luther en is gebaseerd op de brief van Paulus aan de Romeinen.
Het houdt in dat je niet gerechtvaardigd kunt worden door goede daden (zoals gedacht wordt in de katholieke Kerk) maar alleen door je geloof.[8]

Sola gratia:
Sola gratia is Latijn voor ‘alleen door genade’.
Sinds de zondeval zijn alle mensen zondig en verdienen zij het niet naar de hemel te gaan. Omdat God van de mensen houdt, ondanks het feit dat zij zondig zijn, heeft Hij zijn zoon naar de aarde gestuurd om te sterven voor de zonden van de mens.
De genade houdt in dat ieder die Jezus als accepteert als zijn/haar redder, naar de hemel mag.

Genade komt rechtstreeks van God bij ons. Genade krijgen behoeft geen sacramenten noch bemiddeling van een clerus. Dit begrip valt vooral de biecht van de zonden in de katholieke Kerk aan.[9]

Sola scriptura:
Sola scriptura is Latijn voor ‘alleen door de schrift’.
Dit begrip houdt in dat de Bijbel het enige Woord van God is en dat de Bijbel voor iedereen toegankelijk moet zijn. Dit betekent verkrijgbaar, leesbaar en interpreteerbaar. Dit gaat ook in tegen het standpunt van de katholieke Kerk dat alleen de Paus en de bisschoppen het magisterium (de autoriteit van de religieuze leer) mag bezitten en  de Heilige Apostolische Traditie bewaken.[10]




Dubbele predestinatie

Predestinatie, ook wel voorbeschikking, is een religieus begrip en houdt in: Gods besluit tot schepping en het onderhoudt van Zijn schepping; de bestemming van elk individu en de uitverkiezing door God.
Luther beschreef enkelvoudige predestinatie, waarin God alleen mensen uitverkiest. Hij maakt hierin geen afzonderlijk besluit over de andere mensen.
Calvijn, echter, geloofde in dubbele predestinatie. Hierin verkiest God enerzijds mensen uit en verwerpt het anderzijds de rest van de mensen. Dit bepaalt Hij van tevoren.
Door deze verwerping noemde Calvijn dit idee een decretum horribile (huiveringwekkend besluit).
In deze uitverkiezing geeft God de uitverkorenen het geloof en de Heilige Geest. Door de invloed van de Heilige Geest gaan deze uitverkorenen steeds meer op Jezus lijken (steeds minder zonden begaan)
Het idee van predestinatie of voorbeschikking leidde tot lijdelijkheid of hypercalvinisme. Mensen gingen geloven dat zij zich niet aan de regels van de Schrift hoefden te houden, omdat het toch al voorbeschikt was of zij naar de hemel zouden gaan of niet. Calvijn was tegen de lijdelijkheid en leerde een sober en vroom leven en spoorde mensen aan hard te werken.[11]  




[1] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[2] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[3] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[4] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[5] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[6] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[7] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[8] (Vijf sola's, 2015)
[9] (Vijf sola's, 2015)
[10] (Vijf sola's, 2015)
[11] (Predestinatie, 2015)

Wie was Calvijn?

In deze blogpost wil ik de vraag beantwoorden: wie was Calvijn?

Calvijn vind ik een interessant persoon. Hij was een erg harde werker, maar dit maakt hem geen saaie persoonlijkheid. Ik vind het intrigerend hoe hij naast al dat harde werk nog een gevoelig individu kon zijn. In zijn werken en in de woorden van zijn vrienden is te merken dat Calvijn een gevoelsmens was. Zo heeft een vriend van hem gezegd dat Calvijn erg van zijn vrouw hield en het heel erg vond toen zij stierf.[1] Ook werd door een vriend van hem gezegd dat hij soms een temperament kon hebben.[2] Voor mensen die hem niet goed kenden leek hij niet door mensen aanspreekbaar, waardoor hij gesloten en gevoelloos kon overkomen. Calvijn was zeer bescheiden. Zo zei hij zelf in 1539: ‘Het is waar dat ik niet graag over mijzelf spreek; echter, omdat ik niet helemaal kan zwijgen, zal ik spreken, zo bescheiden als ik kan.’[3]
Ik vind hem een bijzonder persoon. Zoals eerder genoemd werkte hij erg hard, zo hard dat hij zelfs vaak vergat om te eten.
Te lezen in zijn werken is dat hij dat deed omdat hij een grote passie had voor de theologie en de reformatie:
‘Gods werken! Onvatbaar. Het zijn evenzoveel wonderen die mijn zinnen niet kunnen verwerken’. [4] ‘Niet te meten is Gods grootheid. Voor zijn onmetelijke macht word ik met stomheid geslagen. Het brengt me in extase’.[5]
Voor mij zijn niet alleen Calvijns werken, maar vooral zijn persoonlijkheid een voorbeeld. In mijn ogen heeft hij ontzettend hard gewerkt om iets te bereiken in het vak waarvoor hij een onbreekbare passie had. Dit alles terwijl hij ook nog contacten onderhield en probeerde om een gezin op te bouwen. En de invloed die hij heeft gehad (in Nederland) is fenomenaal (wat ik in hoofdstuk 5 verder zal beschrijven). Voor mij is Calvijn een held.

Johannes Calvijn (Jean Cauvin) werd geboren in Noyon op 10 juli 1509 (acht jaar voordat Luther zijn 95 stelling op de kerk pinde) . Hij was de zoon van Gérard Cauvin, die op meerdere manieren verbonden was met de kerk in Noyon, en Jeanne Lefranc,[6] die door Calvijn werd beschreven als een vrome vrouw die hem als klein kind vaak meenam in processies. Zijn moeder gaf hem de devotie die hem verbond aan de kerk en aan haar gezag. Dit zou het voor hem moeilijk maken om te kiezen voor de reformatie.
Hij had drie broers en twee zussen.
Hij was ook verbonden met de kerk doordat zijn vader voor hem een formele aanstelling als kapelaan wist te regelen in de kapel van de La Gésine in de stad. Door de inkomsten hiervan konden de kosten van zijn studie ruimschoots gedekt worden.
Zijn vader, Gérard Cauvin, was afkomstig uit een handwerkersfamilie. Hij had zich opgewerkt tot administrateur en notaris, beheerder van de financiële zaken van het domkapittel. Hierdoor kon Johannes van jongs af aan al les krijgen met rijke en adele jongens. Het was later voor hem dan ook makkelijk om zich in hogere kringen te begeven. Hij wilde dat zijn zoon ook voor de kerk zou gaan werken, maar nadat zijn vader dat niet voor hem geregeld kon krijgen, wilde hij dat Johannes rechten zou gaan studeren.
Drie maanden bezocht Calvijn het College de la Marche. Daarna liet de studiebegeleider van de familie Montmors (een familie uit de hogere kringen. Met diens zonen had hij het primair onderwijs genoten in Noyon) hem overplaatsen naar het College Montaigu. Die drie maanden aan het College de la Marche waren toch belangrijk voor hem geweest, omdat hij daar zijn eigenbesef was gaan ontwikkelen. Hij had daar les gekregen van Mathurin Cordier, die bekend stond om zijn vernieuwende pedagogische inzichten. Aan hem droeg Calvijn zijn Commentaar op de eerste brief aan de Tessalonicenzen op.
Naast pedagoog was hij ook een christen die de leerlingen de liefde tot Christus wilde bijbrengen. Vooral voor het laatste prees Calvijn hem en hij  beschouwde het als een gift van God dat hij zo vroeg al Cordier had ontmoet.
Eind 1523 werd Carlijn overgeplaatst naar het College Montaigu, waaraan ook Erasmus en Rabelais gestudeerd hadden. Het was een strenge school met veel regels. Calvijn kreeg er de bijnaam ‘accusativus’, wat kritische geest zou betekenen.[7] Hij voelde zich juist met de strenge regels in zijn element.[8]
Op deze school hing een orthodox moralisme.
Het was bedoeld als een vooropleiding voor de theologische studie.
Calvijn had tijdens zijn studietijd een kamer in een pension voor rijke studenten, waarvoor zijn vader hem geld gegeven had.[9]

Calvijn was tijdens zijn studie niet alleen opvallend dankzij zijn ernst, maar vooral doordat hij intellectueel en toegewijd aan zijn studie was. Hij kon goed oordelen en problemen oplossen. Hij was ook zijn geheugen aan het trainen, doordat hij op een methodische manier aan het oefenen was met het onthouden van feiten en gegevens.[10] Later zou hem dit helpen wanneer hij stukken zou schrijven of zou spreken. Op dat moment heeft hij een fotografisch geheugen. Hij schrijft of noemt dan citaten met de persoon die het gezegd heeft en de plek waar het gezegd is, uit zijn hoofd.[11]
In Calvijns Commentaar op de Psalmen schrijft hij dat zijn vader van gedachte verandert. Hij wilde dat Calvijn theologie zou studeren en een kerkelijke ambt zou gaan bekleden. Zijn vader was in conflict geraakt met het kapittel van Noyon, maar als reden voor de verandering geeft Calvijn het argument dat het financieel meer vooruitzichten biedt om rechten te studeren. Opvallend is de gehoorzaamheid naar zijn vader toe.
Eind 1527 vertrok Calvijn naar Orléans om daar rechten en letteren te gaan studeren.
Zijn leraren geven echter een andere reden: op dat moment zou zijn neef Olivetanus hem met de ware religie bekendgemaakt hebben. Hierdoor zou hij voor het eerst een afkeer hebben gekregen van de bijgelovigheden van de Kerk.
Waarschijnlijk is hij in het voorjaar van 1529 vertrokken naar Bourges om daar rechten te studeren, maar dit is niet helemaal duidelijk. In Orléans kreeg hij op een conservatieve manier les en in Bourges probeerde zijn leraar Alciati in zijn studenten de Renaissance te doen herleven, al kon niet iedereen, waaronder Calvijn, het Latijn dat hij in zijn colleges sprak waarderen.
Beza, leraar en vriend van Calvijn, [12] deelde mee dat Calvijn zeer hard werkte en vaak tot middernacht studeerde. Hier begon hij ook vaak maaltijden over te slaan.[13] Aan het einde van zijn leven zou hij nog maar op één kleine maaltijd per dag leven.[14]
Op 26 mei 1531 overleed zijn vader, waardoor Calvijn vrij was om zich geheel te wijden aan de humanistische vorming.
In Orléans kreeg hij les in Latijn, Grieks en Hebreeuws. Hier bevond Calvijn zich in kringen van religieuze humanisten.[15]
In 1532 bracht Calvijn zijn eerste boek uit:  Commentaar op Seneca’s De Clementia.[16]
In 1533 verlieten Calvijn en zijn vriend Nicolas Cop Parijs, omdat de regering minder tolerant werden tegen de reformatische beweging nadat Cop, de rector van de universiteit van Parijs, een toespraak over theologische principes had gegeven. Calvijn had hieraan meegewerkt.
Calvijn kwam terecht in Basel. Basel was protestants, maar tolerant voor meerdere religies. Calvijn was toen nog niet bekeerd tot het protestantisme. Wanneer hij zich precies bekeerde is niet duidelijk, omdat dit geleidelijk gebeurde. Calvijn gelooft dat zijn bekering werd geleid door God. Hij vond het verwonderlijk dat hij op zijn leeftijd niet te zeer verstokt was. De enige manier waarop hij dan ook zijn bekering kon benoemen is als een ‘subita conversio’, een verwonderlijke bekering. Hierdoor kon hij gedwongen worden ‘ad docilitatem’, tot volgzaamheid.[17]

Waarschijnlijk waren zijn ideeën over theologie niet in strijd met het Rooms-katholicisme op het moment dat hij in Bazel aankwam. Dit veranderde echter toen Calvijn theologie ging studeren aan de universiteit van Bazel. In die tijd begon hij weer te schrijven. Het eerste stuk wat hij in Bazel schreef was een voorwoord in de Bijbelvertaling van zijn neef Olivetan. Daarna begon hij te werken aan zijn meesterwerk: de Institutio Religionis Chistianae.[18]
De eerste versie van de Institutio kwam uit in 1536 Zijn hele leven bleef hij aan dit boek werken, totdat hij uiteindelijk tachtig hoofdstukken had. De laatste versie van de Institutio kwam uit in 1559 en 1560.[19] In 1559 ging de institutio vooral over deze vier punten: God, de maker; Jesus Christus de verlosser; het werk van de Heilige Geest en de christelijke kerk.[20]
In 1536 verbleef Calvijn een nacht in Geneve, toen Guillaume Farel, die zelf probeerde van Geneve een protestantse stad te maken, hem vroeg om te blijven. In Geneve bleef het moeilijk om tot de reformatie over te gaan, omdat de ministers de Kerk daar in handen hadden. Ook hadden de ministers recht tot excommunicatie.[21] Als iemand geëxcommuniceerd wordt, mag hij niet meer deelnemen aan de sacramenten of wordt hij uitgesloten van de kerkgemeenschap. Doordat Calvijn en Farel zich bleven verzetten werden ze in mei 1538 verdreven uit Geneve. In dit jaar kwam ook de Latijnse editie van de catechismus van Calvijn uit die hij in 1537 had geschreven.[22]
Calvijn ging toen naar Strasbourg, waar hij pastor was van een kerk voor Franssprekende vluchtelingen. Hij gaf ook lezingen over de Bijbel.   
Daar publiceerde hij zijn ‘Commentaar op de bri8ef van Paulus aan de Romeinen’.
In 1540 trouwde hij met Idelelette de Bure, een weduwe.[23] Idelette voldeed aan aan Calvijns beeld van de perfecte vrouw: bescheiden, vroom, sober en zorgzaam.[24]
Hun kinderen hebben de kindertijd niet overleefd.
In 1541 werd Calvijn weer uitgenodigd naar Geneve te komen. Calvijn kreeg hier toen meer te zeggen. De Kerk werd naar zijn idee aangepast en gokken, vloeken en dansen werd verboden. Ook kwamen er steeds meer Franse vluchtelingen naar Geneve. Dit zorgde voor spanningen tussen de Geneefse burgers en Calvijn, wie ze ‘die Fransman’[25] noemden.

Na mei 1555 werd het rustiger in Geneve en kon Calvijn weer zijn aandacht meer van harte richten op andere zaken. Hij had dit al eerder gewild, maar ziet zijn taken als door God gegeven. Hij schreef in een brief aan Farel: ‘Maar omdat ik weet dat ik niet aan mijzelf toebehoor, bied ik mijn hart als een slachtoffer de Here aan.’
Hij bleef commentaren schrijven op de Schrift, zowel uit het Oude- als uit het Nieuwe Testament.
In 1564 stierf hij aan meerdere kwalen, doordat hij bijna niet meer at en weinig sliep in zijn laatste jaren.[26] [27]

Ondanks zijn serieuze werken en houding zijn er bewijzen dat hij ook nog kon lachen. In 1543 vond hij tijd om zijn meest populaire werk samen te stellen: ‘Zeer nuttige raad over het grote profijt voor de christenheid die men zou verkrijgen van een inventaris van al de lichamen en relikwieën van de heiligen die zijn in Italië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en andere koninkrijken en landen.’ Deze titel is op zich al een grap. Het boek stond ook bekend onder de naam: ‘Traktaat over de relikwieën’.
In zijn boek beschrijft hij hoe zinloos de relikwieën zijn en dat ze vaak ook bedrog zijn.
Zo schrijft hij dat er zeven verschillende ‘lijkwaden’ bestaan van de begrafenis van Christus, veertien nagels van de kruisiging en drie voorhuiden van de besnijdenis.
Ook organiseert hij een wedstrijd over van welke heilige er nog de meeste lichamen bewaard gebleven zijn. De heilige Sebastiaan heeft gewonnen. Er zijn van hem nog vier complete lichamen, twee hoofden, vier armen en nog verschillende stukken en brokken ergens anders.
Met nog meer van dit soort spellen vult hij zijn boek. Dit is het enige werk waarin Calvijn een beeld van zichzelf schetst als satiricus.



[1] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[2] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[3] (Cottret, 2005)
[4] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[5] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[6] (Johannes Calvijn, 2015)
[7] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[8] (Köhne & Schäfer, Faith Matters: The Church Program:John Calvin - Reformer and Man of Controversy,Part 1, 2009)
[9] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[10] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[11] (Köhne & Schäfer, Faith Matters: The Church Program:John Calvin - Reformer and Man of Controversy,Part 1, 2009)
[12] (Theodorus Beza, 2014)
[13] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[14] (Köhne & Schäfer, Faith Matters: The Church Program: John Calvin - Reformer and Man of Controversy,Part 2, 2009)
[15] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[16] (Bouwsma, 2013)
[17] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[18] (Bouwsma, 2013)
[19] (Johannes Calvijn, 2015)
[20] (Armstrong, 2013)
[21] (Bouwsma, 2013)
[22] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[23] (Bouwsma, 2013)
[24] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[25] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)
[26] (Bouwsma, 2013)
[27] (Balke, Klok, & van 't Spijker, Johannes Calvijn: zijn leven, zijn werk, 2008)