In deze blogpost zal ik enkele van
Calvijns ideeën en standpunten beschrijven, namelijk zijn ideeën over: de
speculatieve theologie; het gebed; het avondmaal; de vrouw; de drie sola’s en
dubbele predestinatie.
Speculatieve theologie
Calvijn stond kritisch tegenover de
speculatieve theologie, het meer willen weten dan God in de Schrift geopenbaard
heeft. Calvijn waarschuwt voor tegen deze nieuwsgierigheid.
Waar hij zich mee bezig wil houden
is niet de vraag wat God is, maar hoe God tegenover ons staat. Hij geeft als
reden dat hij zich niet bezig wil houden met een God die niets met ons van doen
heeft.
In zijn verkiezingsleer benadrukt
Calvijn dat je in een labyrint belandt waar je niet uit kan komen als je de
redenen achter Gods handelen zoekt. God heeft een vrije wil. Hij hoeft zich aan
geen enkele wet te houden, omdat Gods wil de belangrijkste wet is.
Dit betekent ook dat Calvijn niet
in discussie wil gaan over de late verschijning van Christus. Je kan niet weten
waarom God ervoor heeft gekozen om Zijn zoon pas op dat moment naar de mensen
te sturen en je moet er ook niet over speculeren, omdat God het niet heeft
geopenbaard in de Schrift.
Ook wil Calvijn geen speculaties
horen over waarom de verzoening juist nodig is door Christus. God heeft daar in
zijn vrije wil voor gekozen.[1]
Het gebed
Calvijn zegt over het gebed dat het
een vertrouwelijk gesprek met God is. Wel waarschuwt hij dat dit gesprek
eerbiedwaardig en bescheiden moet zijn. We moeten niet onze wensen (votis)
overdrijven en meer verwachten dan God ons toestaat. Calvijn is van mening dat
in het gebed onze harten en zielen moeten worden uitgestort voor God.
De vraag die Calvijn dan kreeg is:
waarom zouden wij bidden als God onze noden toch al kent? Calvijn zegt dat God
het gebed niet zozeer voor zichzelf, maar voor ons heeft bevolen.[2]
Het avondmaal
Calvijn schrijft in zijn ‘Korte
verhandelingen over het heilig avondmaal van onze Heer Jezus Christus’ dat wij
‘deelgenoot worden van het eigen wezen van het lichaam en het bloed des Heren’[3] bij
de toediening van het sacrament. Hoe dit precies gebeurt kan hij niet precies
omschrijven. Wel weet hij dat dit te maken heeft met de bovennatuurlijke kracht
van God, die werkt wanneer ‘wij onze harten opwaarts in de hemel verheffen’[4]. De
Heilige Geest is de band van deze gemeenschap.
Wel gelooft Calvijn (net als
Luther) er niet in dat de hostie verandert in het lichaam van Christus en het
wijn in Zijn bloed. Het blijft brood en wat over is mag weggegooid worden. Dit
is tegenstellig aan de ideeën omtrent de eucharistie in de Rooms-katholieke
Kerk.[5]
De vrouw
Calvijn heeft nooit een studie
gericht aan de plaats van de vrouw, maar zijn visie is te achterhalen uit
stukken uit de Institutio, commentaren, preken en brieven.
Het belangrijkste begrip is
‘ondergeschiktheid’. Vrouwen zijn aan mannen onderworpen, zowel binnen als
buiten het huwelijk. Dit heeft God in de schepping al gezegd. De man is eerder
geschapen en de vrouw is een hulp voor hem. Dit schreef hij in zijn commentaar
op Genesis 2.
Toch is er in die tekst nog geen
sprake van onderworpenheid, al spreekt Calvijn daar wel over. Het Hebreeuwse
woord voor ‘hulp’ heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de betekenis van het
woord in het Nederlands, niet het aspect van ondergeschiktheid in zich, maar
duidt op gelijkwaardigheid.[6]
Hieruit is op te merken dat Calvijn vanuit Paulus’ standpunt Genesis 2 heeft
gelezen.
Wel staat duidelijk in de Schrift
dat de man over de vrouw heerst na de zondeval. Dit heeft Calvijn als een
bevestiging van zijn standpunt gezien.
Vrouwen mogen naar zijn idee geen
openbare functies bekleden, ook niet binnen de Kerk. Een vrouw mag in een
kerkvergadering niet spreken.
Toch klopt dit niet altijd in de
Bijbel, kijk maar naar Priscilla, Febe en Deborah. Calvijn vindt dat God
gebruik kan maken van vrouwen in noodsituaties, om mannen te straffen of binnen
de huiselijke sfeer. Dit zijn echter uitzonderingen.
In zijn Commentaar op 1 Timotheüs
2,11 zegt Calvijn: ‘Gods orde wordt niet verstoord door de werken die Hij zelf
buiten die orde om doet.
Ook vindt Calvijn dat een vrouw
geen les mag geven want: ‘Als zij leert, dan staat zij boven alle vrouwen.’
(Commentaar op 1 Korinte 14,34) Er zijn geen uitspraken van Calvijn gevonden
die voor vrouwen in het ambt zijn.
Wel legt hij niet alleen de nadruk
op de ondergeschiktheid van vrouwen. Tegenover God zijn man en vrouw naar zijn
idee gelijk. Man en vrouw zijn allebei naar het beeld van God geschapen en
beide delen ze in Zijn genade en in Christus’ heil.
Man en vrouw zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden. Zij kunnen niet zonder elkaar en moeten ‘een band van
onderlinge hulp en vriendschap behouden’. (Commentaar op 1 Korinte 11,11)
Dit geldt vooral in het huwelijk,
waarin man en vrouw gelijke rechten en plichten hebben. Ook geldt dit op
seksueel gebied. Een man en een vrouw mogen scheiden als één van de twee
overspel heeft gepleegd.[7]
Sola’s
Calvijn heeft het over drie sola’s:
sola fide, sola gratia en sola scriptura.
Sola fide:
Sola fide is Latijn voor ‘alleen
door geloof’. Calvijn was van mening dat je alleen door je geloof zondeloos
werd voor God. Dit begrip komt uit de belangrijkste doctrine van Luther en is
gebaseerd op de brief van Paulus aan de Romeinen.
Het houdt in dat je niet gerechtvaardigd
kunt worden door goede daden (zoals gedacht wordt in de katholieke Kerk) maar
alleen door je geloof.[8]
Sola gratia:
Sola gratia is Latijn voor ‘alleen
door genade’.
Sinds de zondeval zijn alle mensen
zondig en verdienen zij het niet naar de hemel te gaan. Omdat God van de mensen
houdt, ondanks het feit dat zij zondig zijn, heeft Hij zijn zoon naar de aarde
gestuurd om te sterven voor de zonden van de mens.
De genade houdt in dat ieder die
Jezus als accepteert als zijn/haar redder, naar de hemel mag.
Genade komt rechtstreeks van God
bij ons. Genade krijgen behoeft geen sacramenten noch bemiddeling van een
clerus. Dit begrip valt vooral de biecht van de zonden in de katholieke Kerk
aan.[9]
Sola scriptura:
Sola scriptura is Latijn voor
‘alleen door de schrift’.
Dit begrip houdt in dat de Bijbel
het enige Woord van God is en dat de Bijbel voor iedereen toegankelijk moet
zijn. Dit betekent verkrijgbaar, leesbaar en interpreteerbaar. Dit gaat ook in tegen
het standpunt van de katholieke Kerk dat alleen de Paus en de bisschoppen het
magisterium (de autoriteit van de religieuze leer) mag bezitten en de Heilige Apostolische
Traditie bewaken.[10]
Dubbele predestinatie
Predestinatie,
ook wel voorbeschikking, is een religieus begrip en houdt in: Gods besluit tot
schepping en het onderhoudt van Zijn schepping; de bestemming van elk individu
en de uitverkiezing door God.
Luther
beschreef enkelvoudige predestinatie, waarin God alleen mensen uitverkiest. Hij
maakt hierin geen afzonderlijk besluit over de andere mensen.
Calvijn,
echter, geloofde in dubbele predestinatie. Hierin verkiest God enerzijds mensen
uit en verwerpt het anderzijds de rest van de mensen. Dit bepaalt Hij van
tevoren.
Door
deze verwerping noemde Calvijn dit idee een decretum
horribile (huiveringwekkend besluit).
In deze
uitverkiezing geeft God de uitverkorenen het geloof en de Heilige Geest. Door
de invloed van de Heilige Geest gaan deze uitverkorenen steeds meer op Jezus
lijken (steeds minder zonden begaan)
Het idee
van predestinatie of voorbeschikking leidde tot lijdelijkheid of
hypercalvinisme. Mensen gingen geloven dat zij zich niet aan de regels van de
Schrift hoefden te houden, omdat het toch al voorbeschikt was of zij naar de
hemel zouden gaan of niet. Calvijn was tegen de lijdelijkheid en leerde een
sober en vroom leven en spoorde mensen aan hard te werken.[11]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten